GESCHIEDENIS

Het broederhuis was een klooster van de Congregatie Broeders Maria Onbevlekte Ontvangenis. Het maakte deel uit van een groots opgezet rooms-katholieke complex aan weerzijden van de Postjesweg met scholen en kerken. De broeders gaven les aan een tiental scholen in de nieuwe uitbreidingswijk. Het bestond uit bescheiden slaapcellen over twee lagen, een eetzaal en een kapel op de 1e verdieping aan de binnenplaats. Daarnaast dienstruimtes aan de voorgevel. Door gangen met alleen bovenlichten aan de zijgevels is het gebouw sterk naar binnen gericht. Alleen aan de voorgevel zijn de ramen naar buiten gericht.

Na het in onbruik raken van het gebouw werd het in gebruik genomen als tijdelijke moskee. De binnenplaats was daarbij dichtgebouwd met twee gebedsruimtes boven elkaar. Een gouden sikkel sierde de torenspits.

ARCHITECTUUR

Een bakstenen volume op u-vormige plattegrond in traditionalistische architectuur met breed overstekende flauwe schilddaken met oranje verbeterd Hollandse dakpannen; daarboven een tweede dak in dezelfde stijl – op de hogere kapel – bekroond met een subtiele achthoekige klokkenstoel met koperen bekleding. Het uitgesproken maar sobere volume wordt alleen opgesierd door fraaie deuromlijstingen en een enkele verbijzondering van het metselwerk.

INGREPEN

Het behoud en de versterking van de karakteristiek werd het uitgangspunt van het hergebruik. De moskeeruimtes zijn gesloopt, de binnenplaats werd daarmee hersteld.

Uit haalbaarheidsstudies was gebleken dat met name de vleugels van het u-vormige gebouw een zeer ongunstige bruto-netto verhouding hadden. Dat wordt sterk verbeterd door de gangen – als badruimtes – bij de units te trekken en het bouwvolume uit te bouwen op de binnenplaats.

Uitbouwen en veranda’s zijn in dezelfde details en kleur uitgevoerd. Ze zijn daarmee leesbaar als uitbreiding van het oorspronkelijke gebouw.

De gangen parallel aan de voorgevel met de oorspronkelijke trappenhuizen zijn behouden en gerestaureerd. Ze ontsluiten via de deuren in de zijgevels het woongedeelte van het gebouw. De binnentuin is bereikbaar via een doorbraak vanuit de gang op de begane grond.

Door de bijzondere ontsluiting van 20 woonstudio’s via gestapelde veranda’s op de binnenplaats wordt de fraai ingerichte nieuwe tuin de centrale verkeers- en ontmoetingsruimte van het complex: een hofje met een verwijzing naar de kloostertuin. Deze hof doet ook dienst als gemeenschappelijke buitenruimte en sluit mooi aan bij de binnenhof van het buurcomplex.

Alle studio’s op de verdieping hebben een slaapvliering met extra daglicht via een dakraam boven een vide.

In de voormalige kapel op de verdieping zijn twee loftwoningen (koop) gerealiseerd, ieder met een super privé dakterras/patio. Nieuwe buiten de gevel stekende “bloemkozijnen” onder de oorspronkelijke hoge  kerkramen openen op ooghoogte de gevel naar de binnentuin.

In de kelders zitten een gemeenschappelijke fietsenstalling en dienstruimtes bij de horeca.

HORECA

Op de begane grond, ontsloten door de oude hoofdentree, zit nu over de hele breedte van de voorgevel een café-restaurant. De ligging op het zuiden biedt een uitgelezen mogelijkheid voor een terras aan de straat. Het zijterras aan het park is bereikbaar via een nieuwe zijdeur.