Waterbuurt west & oost

Categories: Nieuwbouw // Stedenbouw // Woningbouw

DE WOONSTEIGERS ZIJN ZO MINIMAAL MOGELIJK UITGEVOERD. EEN VRIJ ZWEVEND LOOPVLAK BOVEN HET WATER MET ZO MIN MOGELIJK TOETERS EN BELLEN

Project Stedenbouwkundig plan Waterbuurt West & Oost
Programma 55 drijvende + 103 vaste woningen, 1750 m² bedrijfsruimte 100 parkeerplaatsen
Opdrachtgever Ontwikkelingscombinatie Waterbuurt West v.o.f.
Ontwerp status prijsvraag: 2001; stedenbouw 2001-2003; steigers: vanaf 2004
Projectteam Mechiel van den Dolder, Hélène Houben, Andries Laane, Martijn Rog, Arjan Wierckx
Bouwkosten -
Bouwfysica Adviesbureau Wickerhoff bv, Krimpen aan de IJssel
Constructie Van der Vorm engineering, Maarsen
Aannemer -

 

Toelichting

Op basis van een prijsvraagplan van Villanova verwierf de ontwikkelingscombinatie Waterbuurt West in 2001 de opdracht van de gemeente Amsterdam om een drijvend woonbuurtje te ontwikkelen in IJburg. Het ging in de prijsvraaginzending om ± 80 drijvende woningen en ±35 appartementen op de kade. Villanova werkte het stedenbouwkundig plan uit en ontwikkelde vervolgens de steigers en bruggen van het wijkje.

˅ Meer

TRANSFORMATIE VAN HET PRIJSVRAAGPLAN

Het prijsvraagplan volgde nauwkeurig de stedenbouwkundige randvoorwaarden van de gemeente. Bij het ontwikkelen van het definitief stedenbouwkundig plan werd dit plan op een aantal wezenlijke punten verbeterd. De parkeervoorzieningen van het wijkje waren grotendeels geprojecteerd in het naastliggende grote beeldbepalende bouwblok in het water aan de Dwarsdam. Lange looplijnen en afhankelijkheid van een andere ontwikkelaar noopte hier tot een wijziging.

Langs de hoofdontsluitingsweg, de Steigerdam, waren drijvende rijtjeswoningen geprojecteerd die een geluidwerende functie hadden voor de achterliggende drijvende woningen. Drijven en geluidwering leek een slechte combinatie. Het strookje water tussen de drijvende rij en de kade had weinig kwaliteit. Deze drijvende rij is getransformeerd in een woongebouw op een onderbouw met bedrijfsruimten. Dit gebouw staat op een parkeerkelder die als een terras in de haven steekt. Het hele gebouw kreeg een hoogte die als wand werkt op de schaal van de steigerdam. De steigers worden ontsloten via poorten in de transparante onderbouw.

Het buurtje voor de drijvende woningen werd in het prijsvraagplan afgesloten van het grote bassin door een “promenadesteiger” op 1 meter boven het water. Het gevolg was een bassin in een bassin. Bovendien waren de drijvende woningen door deze steiger niet bereikbaar voor bootjes groter dan een roeiboot. De promenadesteiger werd vervangen door smalle vluchtsteigers tussen de woonsteigers met een forse vrije hoogte boven het water. Door de vluchtbruggen blijft het wel mogelijk een ommetje door het wijkje te lopen.

De dichtheid van de drijvende woningen werd opgevoerd. Ze worden uitgevoerd in drie varianten: twee-op-een-bak woningen (middeldure koop en sociaal), drie-op-een-bak woningen (sociale sector) en vrijliggende duurdere woningen. De weinig transparante rijtjesbebouwing aan de dwarsdam maakte met de gesloten bebouwing aan de steigerdam van het wijkje een groot driehoekig bouwblok met nauwelijks zichtbare drijvende woningen op het “binnenterrein”. Door de platformwoningen aan de dwarsdam ook te verdelen in kleine eenheden, net als de drijvende woningen veranderde het beeld in een fors kadegebouw met daaraan losse bebouwing aan steigers. Ten slotte werden als vrolijke noot drie paalwoningen op hoge poten aan en over de vluchtbruggen geplaatst. De capaciteit van de locatie is door de diverse ingrepen opgevoerd tot:

83 appartementen,  1750m2 bedrijfsruimte en 100 parkeerplaatsen in het kadegebouw en 55 drijvende woningen, 17 platformwoningen en 3 paalwoningen in het bassin. In totaal dus 158 woningen.

STEDENBOUWKUNDIGE RANDVOORWAARDEN

Villanova werkte een reeks stedenbouwkundige randvoorwaarden uit die de kwaliteiten van het plan vastlegden in getallen, tekst en in een bouwenveloppe, zonder de uitvoerende architecten nodeloos vast te leggen op exacte verkavelingen en minder wezenlijke punten. Uiteindelijk werden de bouwkundige uitwerkingen, de drijvende woningen door Marlies Rohmer en het kadegebouw door Liesbeth van der Pol, zover ontwikkeld dat de verkaveling in een gedetailleerd stedenbouwkundig plan konden worden vastgelegd.

KADEGEBOUW

Door de doorgangen in het kadegebouw als poorten uit te voeren konden ze aanmerkelijk breder worden zonder de geluidwerende werking van het gebouw te niet te doen. Daardoor is op maaiveld een fors doorzicht op de achterliggende steigers mogelijk. De poorten worden verlevendigd en sociaal beveiligd door de koppeling van de stijgpunten van het kadegebouw aan de onderdoorgangen. Ook door de onderbouw met glazen gevels aan twee zijden en terrassen aan de havenkant blijft een glimp van het achterliggende drijvende buurtje zichtbaar vanaf de kade.

WOONBAKKEN

De drijvende woningen worden uitgevoerd in drie lagen. Hierdoor is zijn waterwoningen in grotere dichtheden mogelijk. Om de bakken bij storm voldoende stabiel te krijgen is echter een groot oppervlak nodig. Vandaar dat alleen grote woningen als solo-bak worden uitgevoerd. De kleinere woningen zijn ondergebracht in tweebakkers  en driebakkers.  De woningen worden gekoppeld, maar kunnen wel ontkoppeld worden en drijven dan zelfstandig als solobakken.

Naast de drijfwoningen is een ligplaats voor een jacht voorzien en erachter is nog ruimte voor een omloop of drijvend terras. De vaarweg ertussen moet vrij blijven.

STEIGERS

De woonsteigers zijn zo minimaal mogelijk uitgevoerd. Een vrij zwevend loopvlak boven het water met zo min mogelijk toeters en bellen. Door de keus van betonnen bakken als hoofdliggers zijn de leidingen ook later nog van boven af bereikbaar, door simpel de deksels die het loopvlak vormen te lichten. De maximale hoogte van de betonnen bakliggers laten efficiënt grote overspanningen toe (10.50m), zodat er maar weinig palen nodig zijn. Door het brede uitkragen van het loopvlak buiten de bakken blijft dwars op de steigers het water maximaal zichtbaar en loopt het water dus visueel goed onder de steigers door.

In de bakken worden de afsluiters, de vorstbeveiliging en doorstroomvoorzieningen tegen legionella ondergebracht. De steigeruiteinden worden voorzien van een brandscherm van 1 m hoogte zodat ook bij een uitslaande brand in een woonbak de vluchtsteigers bereikt kunnen worden.

Anders dan recreatiesteigers moeten woonsteigers ook onder extreme omstandigheden veilig begaanbaar zijn. Vandaar dat er aan weerszijde hekken zijn ontworpen. Daarnaast  is er in uitklimtrapjes, reddingsmateriaal en droge blusleidingen voorzien. Het loopvlak moet ook bij storm en vorst slipvast zijn, zonder dat er schadelijke stoffen uitspoelen die het milieu in het bassin verstoren. Uiteindelijk is de keus voor het loopvlak uitgekomen op aluminium roosters.

De verlichting is opgenomen in de meterkasten, die op hun beurt weer geïntegreerd zijn in de hekwerken. Aanvullende armaturen onder de handrails zijn opgenomen op plaatsen waar geen of onvoldoende meterkasten staan, zoals de vluchtbruggen. Lage verlichting houdt de sterren ‘s avonds zichtbaar, zodat het gevoel van buiten wonen versterkt wordt. Alle voorzieningen hangen aan de zijkant van de steigers, zodat het loopvlak niet verstoord wordt door voetplaten en bevestigingen. Luiken bij afsluiters zijn steigerbreed, en daardoor ook onzichtbaar geïntegreerd.

De vluchtsteigers zijn slechts 1,50m breed en zweven hoog (±2m) boven het water.  Ze zijn voorzien van basculebruggen, waardoor ook zeilboten bij de drijvende woningen kunnen komen. Bovendien is de doorvaart mogelijk voor baggerschepen en zijn de (losgekoppelde) woonbakken eenvoudig voor onderhoud of verbouwing uit te varen. Aan het eind van elke woonsteiger liggen vlak boven het water passantensteigers voor jachten, vissers of pootjebaders.. 

˄ Minder

Locatie

Links
Vergelijkbare projecten

Wilt u een reactie plaatsen?

Geef een reactie